De inspecteur in dienstverband
Column november 2013
Met name de inspecteurs vervullen een belangrijke rol, aangezien zij toch het vaakst worden ingepland en zodoende de meeste paarden keuren. Naast de vele stamboekkeuringen en fokdagen, inclusief intensieve buitenlandreizen, zijn ze ook present op de twee belangrijkste keuringen van het jaar; de Centrale Merriekeuring en de Hengstenkeuring. Keuren is voor hen onderhand een jaarrond bezigheid. Enkele inspecteurs zijn met pensioen, anderen combineren het met hun dagelijkse (agrarische) werkzaamheden. Het salaris dat ze ontvangen bestaat uit een veredelde onkostenvergoeding. Stuk voor stuk offeren ze allemaal vrijwel hun gehele vrije tijd op aan hun geliefde clubje, om met ziel en zaligheid als ware zendelingen in binnen- en buitenland het KFPS-beleid uit te dragen. Daar kunnen we alleen maar respect voor hebben.
Het stamboek ontwikkelt zich in de vaart der volkeren, de activiteiten in het buitenland nemen in rap tempo toe, de gehele organisatie moet en wordt gelukkig ook professioneler. Jureren is zwaar en verantwoordelijk werk. Je moet je als stamboek daarom afvragen of je, in alle omvang en ambitie, van je mensen wel mag/kan verwachten dat zij zich in deeltijd en tegen onkosten-vergoeding op dit niveau (blijven) inzetten.
Het KFPS zou er goed aan doen om, in navolging van het KWPN, te overwegen om juryleden in dienst te nemen. Om te beginnen met misschien wel de belangrijkste man van het gezelschap: de voorzitter van de hengstenjury, zeg maar de ‘hoofdinspecteur’ (al wordt deze term na het vertrek van Harm Mulder in 2003 binnen de gelederen van het KFPS niet meer officieel gebezigd). Het aanstellen in dienstverband heeft enkele grote voordelen. Op de eerste plaats komt er meer tijd vrij als iemand fulltime inzetbaar is. Naast de primaire taak, het keuren van hengsten en merries, zijn er tal van andere belangrijke zaken die aandacht vragen. Te denken valt onder andere aan beleid & strategie en analyse. Fokkerij is een proces van de lange termijn en de voorzitter van de hengstenjury met name, moet de tijd hebben om beleid uit te stippelen en vervolgens te monitoren. Waar willen we naar toe, hoe gaan we daar op selecteren en hoe heeft selectie van 5 of 10 jaar terug uitgepakt. Het evalueren van bijvoorbeeld de hengstenkeuring, verrichtings-onderzoeken, veulenrapporten en nakomelingenonderzoeken is net zo belangrijk als het uitvoeren ervan. Nadenken, visie ontwikkelen en beleid uitzetten en analyseren heeft tijd nodig.
Ook kennisoverdracht behoort tot het takenpakket van onze inspecteurs. Dit gebeurt nu al door het organiseren van beoordelingscursussen, clinics en lezingen in binnen- en buitenland. Bij het KWPN zijn regio-inspecteurs in dienst van het stamboek, die zich naast het jureren op keuringen, IBOP-dagen etc. bezig houden met het schrijven van inhoudelijke artikelen voor hun ledenblad In De Strengen. Zoiets kunnen wij ook. In navolging van bestuursleden kunnen inspecteurs ook om toerbeurt in de Phryso een column schrijven of, nog beter, een verdiepend achtergrondartikel over fokkerij of sport. Een inspecteur krijgt zo meer gezicht en kan zijn/haar persoonlijke visie en kennis uitdragen. Daarmee creëer je veel meer draagvlak onder je leden!
Een ander belangrijk punt is kennisontwikkeling. Inspecteurs moeten breed georiënteerd en goed onderlegd zijn. Het stamboek moet hen in de gelegenheid stellen om zich te ontwikkelen en bijvoorbeeld bij collega-stamboeken in de keuken te kijken. Stuur ze eens op pad voor overleg met de juryvoorzitters van Holstein of Hannover. Laat ze als gastjury eens meedraaien bij Zangersheide of een jonge paardenrubriek als Pavo-cup. Laat de fokkerijvoorman eens kijken bij selectiedagen voor het WK in Verden. Het is heel goed om out-of-the-box te denken, in feite komt het allemaal op het zelfde neer: fokkerij en het selecteren van de beste dieren. Dit kan nog een stapje verder gaan door zelfs buiten de paarden een lichtje op te steken. Kijk eens hoe het bij de rundvee- of varkensfokkerij gaat. Met welk systeem van selecteren behalen zij hun fokdoelen? Tegen welke problemen lopen zij aan? Horizon verbreden en kennis slurpen dus.
Inspecteurs vormen immers de centrale spil in de kernactiviteit van het stamboek. Zíj nemen de beslissingen, zíj delen de predikaten uit. Die beslissingen liggen onder het vergrootglas van eigenaren en leden. Het vakmanschap van onze juryleden bepaalt hoe de uitgedeelde predikaten algemeen aanvaard worden. Stamboek en juryleden moeten daarom autoriteit en gezag uitstralen. Er kan niet genoeg aan kennisontwikkeling gedaan worden. We moeten zorgen dat we de beste mensen in huis hebben. Dat kan niet tegen een onkostenvergoeding. Kwaliteit heeft een prijs en bovendien is een goede beloning ook gewoon een vorm van waardering.
Tenslotte is er nog een geheel andere bijkomstigheid van het in dienst nemen van juryleden. Op het moment dat je salaris betaalt, kun je eisen stellen. Natuurlijk worden juryleden nu ook gescreend en staan zij naar eer en geweten te keuren, maar als iemand op z’n vrije zaterdag voor een kop soep en een broodje de hele dag in touw is, wordt ie waarschijnlijk iets minder streng op zijn/haar functioneren aangesproken dan wellicht nodig. In een professionele arbeidsrelatie kun je glashelder vaststellen wat werkgever en werknemer van elkaar mogen verwachten ten aanzien van werkniveau, productiviteit, communicatieve vaardigheden en gedragsregels.
Werknemers brengen natuurlijk kosten met zich mee. Het stamboek heeft de laatste jaren flink geïnvesteerd in marketing, denk daarbij aan website en social media, opzet van CK en HK en de buitenlandreizen naar nieuwe opkomende landen. Dat is een goede zet geweest. Een volgende stap is om nog meer te investeren in kennis én mensen. In het bedrijfsleven is het de normaalste zaak van de wereld dat er kosten noch moeite worden gespaard om voor de belangrijkste functies de beste mensen aan te trekken en hen te stimuleren om zich op elke denkbare manier te ontwikkelen. Het KFPS moet nu de blik naar voren richten en onze inspecteurs de ruimte geven om te excelleren!